In de twintigste eeuw wordt de kleur bevrijd. Om een ruimte zonder voorstelling, de schilderkunstige abstractie te bereiken, grijpen schilders naar de prismatische zuiverheid en de wetmatigheid van kleur. Na de revolutie van het Impressionisme waarin de voorwerpen geen lokale kleur meer hoeven te hebben, is de weg vrij voor experimenten. Eén ding is dan al zeker. Kleur betreft een subjectieve ervaring zowel voor kunstenaar als beschouwer. Hedendaagse kunstenaars Anish Kapoor en Wolfgang Laib zorgen voor een bijzondere eenheid van kleur en materie. Deze benadrukt de samenhang tussen mens, natuur en kosmos
In deze lezing maakt u kennis met een aantal kunstenaars die kleur en kleurtheorie gebruiken om tot abstracties te komen met een geestelijke inhoud. De eerste avant-garde schilders zoals Wassily Kandinsky zoeken door hun composities naar een kosmische betekenis van de kleur. De kleur blauw zorgt bij Ives Klein bijvoorbeeld voor verstilling en transcendentie. Er is bijzondere aandacht voor de kunstenaar Frantisek Kupka en de ontwikkeling van kleur in zijn zoektocht van figuratie naar abstractie.